Wandeling door de tijd
Stegen zijn verbindingen in de Harlinger binnenstad.
Ergens in de Simmer 2000, de zomer waarin duizenden Friezen om útens voor even terugkeerden naar het Heitelân, werd bij ons aangebeld. Er stond een ouder echtpaar op de stoep. Ze vroegen of ze misschien even in onze tuin mochten kijken. In ons schuurtje, waarin twee containers en twee fietsen pasten, zouden hun overgrootouders hebben gewoond.
Het waren nazaten van de familie Jekel. Inderdaad, de steeg naast ons pand heet de Jekelsteeg. Met het schaamrood op mijn wangen moest ik bekennen dat ik het huisje van hun voorvader juist die maand ervoor had afgebroken om ruimte te maken in de tuin.
Ik stond versteld van het feit dat in dat kleine onderkomen een gezin met maar liefst 7 kinderen had gewoond.
Een paar jaar daarna hoorde ik dat het gezin Jekel waarschijnlijk niet in mijn schuurtje had gewoond, maar aan de andere kant van de steeg. Ik was toch opgelucht dat ik niet eigenhandig een stukje Harlinger historie met de grond gelijk had gemaakt.
Praktische doorsteekjes
De Harlinger steegjes vormen een charmant deel van onze historische binnenstad. Ze dragen soms tot de verbeelding spreken namen als: Liefdessteeg, Pothondjessteeg en Zeepaardsteeg. Soms valt een steeg niet te
onderscheiden van een straat, zoals de Sint Odolphisteeg tussen de Lanen en de Voorstraat. Deze steeg heeft zelf weer steegjes.
Soms is een steeg maar net breed genoeg om er zijdelings met je boodschappentas doorheen te lopen. De stegen vormen doorsteekjes, zodat je overal in de binnenstad snel kan komen. Je hoeft nooit om te lopen en kunt van de Schritsen door de stegen snel doorsteken naar de Voorstraat en zelfs de Noorderhaven. Vroeger waren in de steegjes de deuren naar de piepkleine woninkjes die achter de grote huizen van de rijken lagen.
De stegen als geschiedenisboek
Lopend in die stegen voel je de geschiedenis van de stad. Je ziet aan de stenen van de gebouwen waar nieuwe panden zijn toegevoegd en welke gebouwen er al eeuwen staan.
De Jekelsteeg van de Lanen naar de Schritsen laat zien dat daar een oude stadswal lag. Aan de uitgang aan de Schritsen moet je een flink stuk naar beneden. Altijd spannend als er sneeuw ligt! Ook de namen van de stegen
verraden de geschiedenis.
Stegen worden vernoemd naar een van de Harlingers die er woonde, zoals de eerder genoemde Jekelsteeg. Hier woonde Adrianus Jekel met zijn vrouw Pietje Visser en hun zeven kinderen.
De Bauck Coninxsteeg werd vernoemd naar de vrouw van Cornelis Coninx. Hij was van 1574 tot 1580 stadssecretaris van Harlingen. Het echtpaar woonde aan de Voorstraat en de steeg was hun achteruitgang naar de Lanen.
Dat de steeg de naam van een vrouw kreeg, was in die tijd een unicium.
De Zeepaardsteeg dankt zijn naam aan de Herberg het Zeepaert, waar van 1680 tot 1802 Harlinger bier werd geschonken en de Tiepelsteeg is genoemd naar een oud kinderspel. Vroeger was de wijk rond de Grote Kerk een kinderrijke buurt. Hier werd heerlijk buiten gehinkeld, touwtje gesprongen, gehoepeld en getiepeld.
Wat zijn toch die bordjes?
Een wandelingetje langs en door onze Harlinger stegen is als een reis door de tijd. Aan het begin van het smalle straatje heb je een romantisch doorkijkje naar de volgende straat langs eeuwenoude muren.
Als Harlingers zien we het misschien niet meer. Dat is zo jammer. We denken dat we ze wel kennen, die oude stegen. Maar als we er nieuwe aandacht aan geven, kunnen we veel leren over onze stad.
Dat kan bijvoorbeeld door de QR-codes onder de naamborden van de steegjes. Als je de camera van je smartphone hierop richt, krijg je van discoverharlingen.nl informatie over die steeg, vaak vergezeld van oude foto’s. Daar kun je ook lezen wat dat nu eigenlijk was, tiepelen.