Van stilleven naar sprankelend leven
Anderhalf jaar geleden verhuisde Jan Tromp met zijn vrouw Clara van Schalsum naar Harlingen. En zo werd onze stad een kunstschilder rijker. Als leerling van Matthijs Röling, een van de grootste figuratieve kunstschilders van ons land, behoort hij tot de schilderstroming de Noordelijke Realisten. Andere kunstenaars binnen deze stroming zijn Pieter Pander en Douwe Elias uit Franeker.
Tekst: Daniella Gerstel-Visser Foto’s: Jan Tromp
Jan Tromp: Te normaal voor kunstenaar
Jan Tromp wordt op 2 maart 1945 geboren in Leeuwarden. Na de Rijks HBS is het zijn grote wens om aan de Kunstacademie Minerva in Groningen te gaan studeren. Dat wordt hem van alle kanten afgeraden. “In de jaren 60 was een kunstenaar nog iemand die een beetje buiten de boot viel, een ‘dropout’. Ik was te normaal voor een kunstenaar.” Jan’s ouders zijn bang dat hij in de kunst geen droge boterham zal gaan verdienen. Gelukkig heeft de jonge Tromp meer talenten. Hij is dol op voetbal en volleybal en lesgeven lijkt hem ook leuk, dus de stap naar de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Groningen is een logische.
Kunstzinnige gymleraar
Jarenlang geeft Jan met veel plezier gymles op diverse scholen in Leeuwarden. Hoofdzakelijk op de Gemeente HBS, die later opgaat in Piter Jelles. Hij stopt echter nooit met tekenen en schilderen. Tijdens zijn studie verzorgt hij de illustraties voor de almanakken van de studentenvereniging, hij maakt decors voor verschillende activiteiten en op de scholen waar hij werkt, zijn z’n mededocenten regelmatig het onderwerp van raak getekende karikaturen.
Maar altijd blijft die wens om te schilderen kriebelen.
De magie van de fotografie
Een andere grote liefde blijft ook trekken. Als Jan als ventje van 10 jaar in de doka van een kennis mag kijken, is hij op slag verkocht. De magie van het afdrukken en ontwikkelen van foto’s vindt hij fantastisch. “Je gooit een papiertje in een bak water en daar verschijnt dan het beeld dat je hebt gemaakt. En dat beeld kun je ook nog manipuleren! Prachtig werk!”
Jan Tromp wint in de jaren 80 diverse internationale prijzen met zijn natuur-fotografie. Hij neemt zelfs een aantal maanden verlof op om op Stateneiland, een onbewoond eiland voor de kust van het uiterste puntje van Zuid Amerika, de zuidelijke rotspinguïns te fotograferen onder het oog van de condors.
Voor de Franeker Courant is hij jarenlang de persfotograaf. En ook de Koninklijke Nederlandse Kaatsbond vraagt hem als fotograaf voor het officiële bondsblad Wis In, later De Keats.
Ja joh! Dat kan jij ook!
Een ernstige heupblessure zorgt er rond zijn vijftigste voor dat hij zijn baan als docent lichamelijke opvoeding moet opgeven. Wat voor de één een nachtmerrie zou zijn, is voor Jan een kadootje. Eindelijk heeft hij de gelegenheid zich echt op het schilderen toe te leggen. En zoals zo vaak in het leven, zorgt een kleine toevalligheid voor een enorme verandering.
Echtgenote Clara gaat naar een expositie van schilder Martin Sijbesma en wordt daar verliefd op maar liefst twee schilderijen. De observatie van zijn tweelingbroer, die na het bekijken van de aangekochte schilderijen droog opmerkt: “Ja joh! Dat kan jij ook wel,” is een extra stimulans lessen te gaan volgen in Kubaard bij Sijbesma. Een aantal jaren later, in 2004, komt eindelijk de jeugddroom uit.
Matthijs Röling nodigt Jan, na het zien van zijn werk, uit om in zijn lessen mee te schilderen.
Op dat moment doceert hij als oud-docent aan de kunstacademie Minerva in Groningen. Een bijzondere invitatie, want de schilderlessen van Röling zijn gewild en altijd vol.
Dit is van mij!
“Thuiskomen! Echt helemaal!” zo herinnert Jan Tromp het moment dat hij eindelijk bij Minerva binnenloopt en de geur van verf en terpentijn opsnuift. Het brengt hem direct terug naar de lagere schooltijd. Zijn vriendje won een olieverfdoos in een schilderwedstrijd.
Op het moment dat hij die penselen en tubes zag en de terpentijn rook, wist hij: Goh, dit is van mij! “Met mijn hele lijf wist ik dat. Te gek. Die geur!” Dat gevoel komt in Groningen helemaal terug. Röling leert hem in zeven jaar het schildersvak. Daar is Jan hem nog steeds dankbaar voor.
Sterren op het Doek
Heel Nederland leert Jan Tromp kennen, als hij voor het programma Sterren op het Doek Philip Freriks mag schilderen. Freriks kiest een schilderij van een van de andere kunstenaars. Na afloop belt de presentator zijn vrouw die ook schildert. Zij vond het portret van Jan het beste. Tromp’s werk is uiteindelijk voor 2500 euro geveild voor een goed doel. De tv-opnames zijn een leuke ervaring. Als wedstrijd heeft Jan Tromp het nooit gezien. Hij heeft het portret geschilderd precies zoals hij het had willen maken.
Van stilleven naar sprankelend leven
De jaren van lesgeven en fotograferen ervaart Jan Tromp als een verrijking van zijn schildercarrière. Voor hem was het een ontwikkeling die hem leerde goed te kijken, niet alleen naar situaties, maar ook naar mensen. Door de fotografie weet hij wat licht doet, hoe je een compositie maakt en snel te zien wat wel en niet belangrijk is in een beeld.
Op dit moment staan portretten centraal. Van stillevens is hij overgestapt naar sprankelende levens. Dat kunnen portretten zijn van volwassenen en kinderen, maar ook van dieren. Regelmatig wordt hij ook gevraagd om een portret te maken van een overledene.
“Een model moet je een beetje leren kennen. Persoonlijk contact is belangrijk, omdat ik schilder vanuit mijn beleving en het is ook van belang een driedimensionaal beeld te hebben van de persoon.
Ik heb een gevoelsband nodig met wie ik voor me heb. Ik wil laten terugkomen in een portret hoe iemand echt is.”