Ontzagwekkend en Ontroerend
Niets is zo inspirerend als een mens die na vele bijzondere omzwervingen met een flinke dosis lef haar hart volgt en uiteindelijk doet waar ze voor geschapen lijkt. Zo’n mens is Ilse Oelbers, beeldhouwer. Het kan niet anders dan dat u, tijdens uw ommetje langs de Noorderhaven, even een blik hebt geworpen in haar atelier. Een schitterende hoge ruimte met bronzen beelden. Een lichtvoetige danseres, een aaibaar hertje, een gouden giraffe met de lange nek van hout, een majestueus beeld, nu nog in klei, een lieflijk meisje.
Tekst: Daniella Gerstel-Visser
Foto’s: Arthur Smeets
Indrukwekkende foto’s aan de wanden tonen het ambachtelijk proces van kleibeeld tot brons.
Het werk is zo imposant dat je het eigenlijk zou verwachten in de parken en musea van wereldsteden. Ilse maakt het hier, in onze stad.
In het Harmenspark vindt u twee van haar beelden: Benthe en Duende.
Een roerig bestaan
Het duurde tien jaar voordat Ilse Oelbers aan zichzelf toegaf dat ze veel te beweeglijk was voor een kantoorbaan. Op haar dertigste werd haar aandacht getrokken door een niet voor de hand liggende studie: de International Boat Building College in Lowestoft, Engeland. Hier leerde ze op traditionele manier houten schepen bouwen. Na haar afstuderen werkte ze eerst twee jaar als
scheepstimmerman op de Europa, daarna een aantal jaar als kwartiermeester op de Stad Amsterdam. Ergens op de zeven zeeën ontmoette ze haar liefde Peter. Hun schepen vonden elkaar in de verschillende havens op de wereld en nadat Ilse haar verlof doorbracht op de Oosterschelde, waar Peter kapitein was, kwam ze ‘helemaal zwanger’ terug op de Stad Amsterdam.
Met een bol buikje voer ze tot haar vijfde maand als kwartiermeester. Toen stapte ze over op de Oosterschelde, waar ze samen met Peter en hun zoontje Robin nog twee jaar voer. Met de komst van dochter Benthe kwam een eind aan hun varend bestaan.
Atelier De Schepeling
Samen met Peter startte Ilse in Arum Atelier De Schepeling, gespecialiseerd in houten scheepssier. Ilse kwam zo weer een beetje terug bij het ambacht dat ze in Engeland had beoefend. Ze leerde Peter alles wat ze wist en hij bleek een begenadigd timmerman. Samen maakten ze boegbeelden, roerbeelden en lofwerk. Met de kleurpotloden van Benthe reisde Ilse de wereld over om ontwerpen te overleggen. Al snel werd ze gevraagd om grote houten beelden te snijden. Met het motto van Pipi Langkous, ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’, sloeg Ilse aan het beeldhouwen. En toen, tien jaar geleden, kwam de vraag van een klant of ze een beeld ook in brons wilde maken. Nou, dacht Ilse, ik heb dat nog nooit gedaan, dus…
Ilse houdt van groot, van drama. Haar eerste beeld, Johanna, was beide. ‘Het is letterlijk uit mij gekomen.’‘In De Schepeling was ik met mijn beitel een stoere vrouw. Het werk dat ik nu maak, ben ik zelf. Ik sta in mijn blote kont.‘
Het vrije werk wint het van alles
Hoe kwetsbaar dat ook is, het gevoel van vrijheid overwon. Ze geniet elke dag. Sterker: Oelbers voelt zich bevoorrecht dat ze dit talent heeft mogen ontdekken en ontwikkelen. Op sommige momenten was het makkelijker. Een fout in een houtsnijwerk maak je niet zomaar goed. Klei plak je erop en haal je er weer af. Er ging een wereld voor haar open. Dat wil niet zeggen dat het allemaal vanzelf ging. Oelbers heeft zich het maken van bronzen beelden zelf eigengemaakt. Ze bestudeerde niet alleen het proces van idee naar bronzen beeld, maar vooral ook anatomie, spieren, schedels, skeletten en bewegingen. Nog steeds studeert ze. Ze leest ontzettend veel en kijkt naar alles wat ze tegenkomt. Ilse maakt vooral mensen, omdat die het moeilijkst zijn. Handen, voeten, gezichten, beweging, alles moet kloppen. Een beweging, hoe moeilijk ook, moet er gemakkelijk uitzien. Om dit werk loop je heen. Je bekijkt het van alle kanten. Als er iets niet klopt, wordt het beeld ongemakkelijk.
Klei, was, lucht, brons: het is nogal een proces
Haar techniek is uniek. Bij De Schepeling pakte ze het beeld uit uit het hout. Met klei doet ze dit nog steeds. Ze zet het beeld groot neer, plakt er veel klei op en haalt het er daarna weer af. Vroeger deed ze dit met een beitel, het
principe is hetzelfde. Als het beeld van klei klaar is, wordt het met een kwastje ingesmeerd met siliconen, waarna er een mal omheen komt. Kwetsbare delen als armen en benen worden losgezaagd. In de ontstane mallen wordt vloeibare was gegoten en goed heen en weer geklotst, zodat het in alle gaatjes zit. Het wassen beeld dat ontstaat, wordt door Ilse nagekeken op onvolkomenheden. Dan wordt het in een blok gips gezet en gaat het een metershoge gloeiendhete oven in. De was smelt uit het blok. Het beeld is nu slechts lucht. De leegte wordt gevuld met kokend brons. Eenmaal gestold, wordt het bevrijd uit het gips.
Nú denkt de leek: Het beeld is klaar! Maar wat je hebt, doet, oneerbiedig, denken aan een schroothoop: losse roestige delen met luchtkanalen. De delen worden aan elkaar gelast, schoongemaakt en perfect gladgeschuurd. Dan gaat het hele beeld naar België voor de patine, de kleur. Eenmaal thuis in Harlingen wordt de sokkel gemaakt en het bronzen beeld erop geplaatst. Pas dan is het
kunstwerk klaar.
Een sprong in het diepe
Er zitten soms wel 8 maanden tussen het moment dat Ilse haar klei opzet en het moment dat het bronzen beeld in haar atelier staat. Naast de kunstenaar werken er in de bronsgieterij en bij het patineren veel mensen aan het beeld. Het materiaal is kostbaar. Daarom brengen de beelden, zeker de grote, een flink financieel risico met zich mee.
Duizenden euro’s moeten worden geïnvesteerd. Bij het maken van haar werk is Ilse daar niet mee bezig. Pas als het klaar is, denkt ze: Oh, shit! Ik moet het ook nog verkopen! Gelukkig heeft ze met haar bronsgieter Flassh een bijzondere band opgebouwd. Zij geven haar het vertrouwen om door te werken, ook als het even spannend wordt.
Legacy of Love
Het beeld dat nu bij de bronsgieter is, is zo’n monsterinvestering. Ilse móést het maken. Nu het af is, heeft ze rust. Het is een imponerend portret geïnspireerd op het schilderij ‘De Dame met de Hermelijn’uit 1489 van Leonardo Da Vinci. Legacy of Love heet het. Ilse vindt het belangrijk dat mensen zelf het verhaal achter een kunstwerk kunnen invullen. Ze vindt het jammer als de toeschouwer al in bepaalde richting wordt gestuurd. Daarom geeft ze nooit een uitleg bij haar werk. Voor deze vrouw maakt ze een uitzondering. Het ontzagwekkende beeld is een ode aan een vrouw die haar tijd ver vooruit was. De minnares van de hertog van Milaan was een voorvechter van de kunst. Ze zette de eerste kunstsalon op waar dichters, schilders, beeldhouwers en filosofen elkaar ontmoetten en ideeën uitwisselden. De hermelijn op haar schouder staat symbool voor welvaart en reinheid.
Ook bij dit beeld denkt Ilse: Ooh, wie gaat dit kopen? Bij wie past het überhaubt door de deur? Vrienden wisten de perfecte bestemming. Legacy of Love moet op het Havenhoofd in Harlingen komen.
Briljant! Een beeld voor de eeuwigheid.
Uitkijkend over zee verbindt ze het heden en verleden, trekt ze bezoekers van ver buiten onze stad en kunnen we als Harlingers ongegeneerd opscheppen over de uitzonderlijke kunstenaar die wij binnen onze gelederen hebben.