De 3-jarige Klara Leonora Messcher is in Duitsland door overheidsgeweld om het leven gekomen. Ook haar 44-jarige ouders, Levie en Catharina en haar 5-jarige zusje Hanna Klara zijn vermoord.
door Wout Gerstel
Het is vandaag 17 april. De dag in 1945 dat Harlingen door de geallieerden werd bevrijd. Natuurlijk een feestdag en dus hing ik vanmorgen de Nederlandse vlag uit. Terwijl ik dat deed, dacht ik aan de 46 Joodse Harlinger slachtoffers die door de bezetter werden vermoord.
Het jongste slachtoffer was de 3-jarige Klara Leonora Messcher.
Zij werd samen met haar zusje en ouders op 21 mei 1943 vermoord in de gaskamer in concentratiekamp Sobibor.
Klara werd op 24 juni 1939 in Harlingen geboren.
De familie Messcher woonde op de Rozengracht nummer 15. Voor de deur van dit huis vormen de vier struikelstenen het grafmonument voor deze mensen waar geen graf vooor werd gegraven.
Hun namen staan ook op het monument op de Joodse begraafplaats in Harlingen.
“Je bent pas dood als je naam niet meer genoemd wordt”, zo luidt een Joods gezegde.
Daarom vraag ik uw aandacht voor deze vier mensen uit één gezin.
Klara zou nu 84 jaar oud zijn geweest en misschien wel met kinderen en kleinkinderen in Harlingen hebben gewoond.
In de zomer van 1942 begon de deportatie van joden uit Nederland. Op donderdag 20 augustus 1942 werden de Joodse burgers tussen de 16 en 60 jaar, door de Duitsers weggevoerd. Onder hen was Levie Messcher.
Een groep mannen die enkele weken daarvoor in Leeuwarden medisch was gekeurd voor tewerkstelling in een joods werkkamp.
Dat wegvoeren gebeurde overigens niet door de Duitsers, maar in de trein van Harlingen naar Leeuwarden werd de groep keurig begeleid door de Harlinger politie.
In het rapportenboek van de Harlinger gemeentepolitie staat daarover vermeld: ‘6.30 uur. Zijn een 9-tal Joodsche personen, alsmede een 5-tal personen, bestemd voor het werk in Duitschland, naar Leeuwarden op transport gesteld. Met dit transport zijn belast de agenten van politie Bakker, Goslinga en Kooy. Tijdens het transport deden zich geen bijzonderheden voor’.
Op vrijdag 2 oktober werden opnieuw enkele joden van huis gehaald. Onder hen de 44-jarige Catharina Messcher van de Rozengracht die met haar beide dochtertjes Hanna Klara (4 jaar) en Klara Leanora (3 jaar) in het Harlinger politiebureau op het Noordijs in een cel werd opgesloten om de volgende ochtend om 8 uur op transport te worden gesteld naar Westerbork. Ook nu weer keurig begeleid door de Harlinger politie in de trein tot aan Leeuwarden. De treinkaartjes naar het stationnetje Hooghalen moesten uit eigen zak worden betaald. De agenten Berkenpas en Bakker declareerden Hfl. 1,10 voor het ’transport’ naar Leeuwarden.
Laten we vandaag stil staan bij deze slachtoffers van overheidsgeweld.